dinsdag 20 oktober 2015

De kindertjes

Ik ben blij dat het vrijdag is, echt waar. Dat is zwaar voor een moederhart om uw kindertjes in een school af te zetten waar ze niemand kennen en vooral niemand begrijpen. De stress gierde door mijn lijf toen ik maandag zag hoe Ayko zich sterk probeerde te houden en geen angst wou tonen. Ik begon zelf bijna te bleten toen maud de dappere schijn losliet en de traantjes kwamen. Ik moest haar letterlijk van mijn been losmaken op maandag. Maar in 5 dagen kan veel gebeuren. 
Elke middag krijg ik contente kindjes terug vol spannende verhalen hoe raar dat daar allemaal is maar ook hoe lief ze daar allemaal zijn. Maud won al de eerste prijs voor beste lezer van het Afrikaanse luipaardverhaal en zaterdag voer ik Ayko al naar een verjaardagfeestje. 
Toen ze vanmorgen vertrokken leek het de gewoonste zaak van de wereld. Dat moederhart klopt weer met een normaal ritme, al ben ik nog altijd bang voor afgrijselijke snijwonden aan hun voeten. Maar bon, ook daar zal er zich eelt vormen zeker.

Mijn eerste dagen

‘ Here you should drive carefully Elke, because when you hit a child, they will definitely kill you’
Ik lachte groen en dacht dat er misschien leukere dingen waren om te horen de dag dat je voor het eerst in een auto rijdt waarvan het stuur aan de linkerkant staat en je bovendien voor het eerst door een township probeert te manoevreren?
Maar het kon er nog net bij, bij al die andere heavy impact zaken van de voorbije dagen. Het was al heftig, deze week. Maar dat kwam grotendeels door mezelf en door al die adviezen die ik voor vertrek had meegekregen, over voorzichtig zijn, en niet op straat lopen en je aan de regels houden. En dus kwam ik hier wat verlamd aan, want zolang ik die regels niet kende, moest ik binnen blijven, in mijn centerparcs huisje van waar ik de zee kon horen maar niet zien, want dat was misschien buiten de regels. Maar ondertussen ebde de verlamming weg. Ik zit in Gordons’ Bay, vertelden ze mij en zag ik zelf. Hier wordt gefietst, gejogd, langs het strand gewandeld en worden koffietjes gedronken op gezellige terrasjes. Maar niet ‘ snachts, niet in de steegjes waar ik zelf in Lokeren niet zou stappen en niet met een laptop of iets anders dat meer waard is dan 100 euro.
Ik kan weer ademen en bovendien heb ik nu die auto en valt dat best mee die linkerkant van de weg. Ik leer weer mijn plan trekken zonder beroep te moeten doen op de hulplijn genoemd ‘Gorik’. En dat maakt me ergens wel fier. Gelukkig zijn er wel andere hulplijnen.
En vandaag zat ik dus in die township, waar ik de komende weken nog veel zal zitten en waar ik toch zal moeten proberen iets relaxter te zijn. Maar op de terugweg kochten we supergoede wijn voor de prijs van water en aardbeien van het veld ernaast. Dat kan niet meer misgaan.

maandag 28 september 2015

Het mes met 2 kanten

Het was niet alleen de trotter dien op mijn nachtkastje lag voor ik naar hier kwam. Ook stapels artikels. Eigenlijk wou ik ongeveer de helft van Pubmed lezen, maar dat lukte net niet. 

Voor ik vertrok wou ik al een beetje een specialist zijn. Ik wou weten wat er gegeten werd en waarom er gegeten werd. Ik las veel, heel veel, maar de dingen die ik opstak verwaterden bij alles wat ik die eerste dag opstak bij het doorrijden van een township. Ik had misschien beter wat wikipedia-artiikels en reisblogs  gelezen over Kayelitscha, de grootse township van Kaapstad, besefte ik toen.

Maar al dat lezen bracht me toch iets bij, het Zuidafrikaanse equivalent voor onze voedingsdriehoek, ken ik ondertussen van buiten en bovendien kon ik me voorbereiden over die ‘double burden’ waar alle artikels het wel over hadden.. Redelijk vrij vertaald als ‘het mes snijdt langs 2 kanten’’.

Er is dat groeiende probleem van obesitas en andere welvaartsziekten, maar er mag niet vergeten worden dat er ook nog een deel mensen is, dat nauwelijks toegang heeft tot voeding, gezond of niet gezond. Heel wat kinderen, vaak de allerkleinsten zijn nog steeds ondervoed. In heel wat gebieden zorgen HIV en TBC er bovendien voor dat mensen slechts vel over been zijn en hun leven aanzienlijk bedreigd wordt.
Dat  mes met zijn twee kanten veroorzaakte ook soms opgetrokken wenkbrauwen: “Ik ging dus naar Zuid-Afrika gaan om rond obesitas te werken?  Zou het niet beter zijn om ervoor te zorgen dat er geen kinderen meer stierven door ondervoeding? Was obesitas niet eerder een luxeprobleem”

Even twijfelde ik, maar toen bedacht ik dat een ziekte die jaarlijks zoveel dodelijke slachtoffers maakt toch moeilijk een luxeprobleem kan genoemd worden. En als je al die medische kosten verbonden aan diabetes, obesitas en hypertensie zou optellen, kom je bovendien aan een duizelingwekkend bedrag. Een som geld die de gezondheidszorg hier goed zou kunnen gebruiken.


Een luxeprobleem is het dus niet, misschien wel een mentaliteitsprobleem, want obesitas wordt hier in de townships nog lang niet als een probleem gezien, integendeel, eerder een bewijs van 'goed in je vel zitten'.
 En ondertussen ben ik blij dat ik langs de ene kant van dat snijdende mes werk en dat ik dagelijks zoveel anderen  mensen passeer die langs de andere kant werken.

Wat ik hier eigenlijk doe

Twee weken zit ik hier al en twee weken bleef de blog hier leeg. Dat had zo zijn redenen; soms vertrok ik ‘s morgens vroeg om pas s’avonds laat en rijp voor mijn bed terug naar huis te keren. Soms was ik dan wel thuis maar had ik geen internet, en soms had ik zin om aan alles te denken behalve aan wat ik hier aan het doen was. Niet dat het niet leuk is, maar wel overweldigend soms. Soms was het gewoon tijd om dat hoofd leeg te maken en even leeg te houden.

Maar misschien even tijd om uit te leggen wat ik hier ga doen. Mijn grootste taak wordt hier  het ontwikkelen van educatief materiaal  rond  gezonde voeding. Stel je  vooral geen high tech speldozen  met een fancy voedingsdriehoek voor want er is zelfs geen budget voor wc-papier, laat staan voor het ontwikkelen van een folder. Het gaat vooral over lespakketten, workshops of als je wil kun je het seminaries noemen.

De opleiding in de townships is hier vaak extreem slechts, er zijn scholen jawel, maar de kwaliteit is beneden alle peil. En opleiding is zo belangrijk. Want als je niet weet dat ‘dik zijn’ ongezond is, waarom zou je er dan in godsnaam  iets aan doen. Als je geen idee hebt dat groenten en fruit boordevol goeie dingen zitten, waarom zou je ze dan eten. Als niemand je zegt dat er in vlees ook slechte vetten zitten, waarom zou je je dag dan niet beginnen met een hamburger. Basiskennis over voeding die voor ons zo logisch is en al  meegegeven wordt aan kinderen van 8 is hier volledig afwezig.  Mijn hoofddoel wordt dus hier mensen bewust maken van gezonde voeding, in groep en via workshops, maar ook individueel via persoonlijke begeleiding. 
Veel mensen hebben bovendien diabetes of hypertensie en ook hen ga ik proberen te overtuigen dat via voedingskeuzes hun levenskwaliteit aanzienlijk kan verbeteren.

Dit is dus wat ik ga doen, en wat ik de voorbije weken vooral gedaan heb is mensen bekeken en mensen bevraagd. Het werkgebied van de Health Promoters, strekt zich uit over 4 townships en het duurde wel even voor ik me daar op mijn gemak voelde. Ik heb er met mensen gesproken- anamneses afgenomen in dietistentaal-, ik ben er naar lokale winkels geweest, ik heb schooltjes met veel te veel kinderen bezocht en ik heb  al bestaande workshops gevolgd.  Want praten over gezonde voeding is een ding, zorgen dat je publiek ook echt overtuigd geraakt is iets anders.

Belangrijk detail is dat ik de workshops niet zelf ga geven. Ten eerste zou dat ook een stom idee zijn, want als ik weg ben in januari zou het meteen ook gedaan zijn maar al die lessen. Maar vooral , de meeste mensen uit de workshops spreken nauwelijks Engels, maar Khosza.

Vergis u niet, dat is helemaal anders dan Zuidafrikaans ( wat dan wel weer begrijpbaar is maar niet wordt gesproken in de townships). En dus ga ik mensen opleiden om mijn verhaal over gezonde voeding verder te verspreiden. Mensen van hier, mensen die geloofd worden en veel meer impact zullem hebben dan een rijke blanke madam uit Belgie

dinsdag 8 september 2015

Ready for take off

Je zou het positief kunnen omschrijven en zeggen dat ik hou van een uitdaging. Of iets minder rooskleurig en stellen dat het nooit rustig is in mijn hoofd, dat ik altijd alles wil, teveel eigenlijk. Feit is dat het soms brokken geeft en soms mijn leven  wat kleuriger maakt. 

Drie jaar geleden zorgde die onrust in mijn hoofd dat ik op mij 32ste nog eens begon aan een bacheloropleiding, ik wou leren over voeding en eten, maar vooral over mensen en hun eten.  Het waren niet de rustigste jaren van mijn leven. Examens voorbereiden deed ik 's avonds als het werk klaar was, de afwas gedaan, en de kindjes sliepen. Mijn taken werden niet zelden eens snachts geschreven. 

Maar ik leerde dus bij en was content, het werd rustiger in dat hoofd van mij. 

Maar opeens kwam de onrust terug, de stage kwam dichterbij en ik begon na te denken. Zou ik geen stage kunnen vinden waarin ik dingen zag die ik anders nooit zou zien? Een stageplaats die me terugvoerde naar de essentie van mijn keuze om drie jaar geleden met dit waanzinnige plan te starten? Een stage in het land waar ik ooit voor het eerst het licht had gezien?

De molen in mijn hoofd begon te draaien, de mails vertrokken en enkele weken later lag het vast. Er volgden wat gesprekjes met het lief, maar dat lief heb ik zelf gekozen dus dat lief was snel overtuigd ging alvast mee, en als het lief meeging dan gingen die dochters ook mee... naar Kaapstad.

En nu is het zover, het geregel en gedoe is gepasseerd. Want ik zweer u, 3 maand uw leven en dat van uw kindertjes  on hold zetten in België, dat vergt wat administratie. Evenzeer is het wat geregel om met  zijn allen 3 maand even aan de andere kant van de wereldbol te gaan wonen. En het is niet enkel wonen, ik wil er dingen zien en leren die ik anders niet zal zien. Ik wil er keihard gaan werken en dingen doen die heel misschien een klein verschil kunnen maken.

Het grootste gepieker is achter de rug. De existentiële vraag of dit wel een goed idee is, stel ik me niet meer. Ik ben er wel zeker van. 
Rest me nu nog enkel het gepieker over welk paar schoenen meegaat naar Kaapstad en hoeveel barbies er meemogen.

Maar misschien zijn barbies niet nodig als dit hun toekomstige achtertuin is.